Nu de zomer zo goed als voorbij is, staat het indoorseizoen weer voor de deur. Aanstaande zaterdag staan er dan ook al twee hele mooie nachtfeestjes op…
10 dingen die kenmerkend zijn voor het indoorseizoen
Nu de zomer zo goed als voorbij is, kunnen we langzaamaan afscheid nemen van het festivalseizoen. Allemaal leuk en aardig, dat feesten in de buitenlucht. Maar wat staan er weer een aantal zieke binnenfeestjes voor deur! We kunnen ons klaar gaan maken voor de komende wintermaanden, maar hoe zien die er dan uit? Dat hebben we voor je opgesomd in de 10 dingen die kenmerkend zijn voor het indoorseizoen.
1. Geen plastic poepsauna’s maar gewone wc’s!
Bij de festivals buiten moet je gebruik maken van die te kleine hokjes waar bijna iedereen vies van is. Maar nu mogen we EIN-DE-LIJK het plastic inruilen voor porselein. Je ziet nu tenminste de bruine bolus van je voorganger niet meer liggen voordat jij je behoeften moet doen. Goodbye, Dixies!
2. From day to night
Het voordeel van de zomer is dat je overdag lekker kunt genieten van het zonnetje. Maar waar je tijdens het festivalseizoen om 23:00 klaar bent met feesten, begint het feestje dan pas bij het binnenseizoen. Als overfanatieke die hard zit jij de hele dag de uren van de klok af te staren voordat je eindelijk weer tot diep in de ochtend mag gaan feesten. Als je daar niet ongeduldig van wordt…
3. Raven in het donker
Zowel buiten als binnen is het pikkedonker tijdens het indoor seizoen. Maar dan ook echt donker! Je ziet geen hand voor ogen – dus de mensen die dan ook nog eens een zonnebril op doen zien echt geen klap – maar dat maakt het feesten des te lekkerder. Niemand die namelijk kan zien hoeveel jij naar binnen dauwt.
4. Geen uit de grond gestampte mini-dorpjes maar arena’s
De festivals in de weilanden zijn tegenwoordig drie keer zo groot dan het lokale dorpje om de hoek. Maar de venue’s waar we binnen feesten heb je écht in alle vormen en maten. Van beuken op een basketbalveld in de lokale sporthal tot het ziek grote GelreDome. Dat wordt dus weer rondjes lopen in de gangen, want elk rondje is immers anders.
5. Het is godnondeju warm!
Hoewel de zomerse temperaturen afwezig zijn in de winter, is het wél altijd tropisch warm binnen. Het maakt niet uit waar je ook komt, maar je zweet je altijd de ballen uit je broek op een binnenfeestje. Voor je het weet, voelt de temperatuur van de dansvloer aan als de binnenkant van een magnetron.
6. Je kunt de eerste trein naar huis pakken
In de nacht ligt het grootste deel van het treinverkeer stil. Dat maakt voor jou gelukkig niet uit, want jij ziet het als een goed excuus om tot 7 uur door te gaan feesten. Samen met honderd anderen sta je na de party kou te kleumen op het perron in afwachting op de trein, omdat je de eerste alweer hebt gemist. Eenmaal in de trein zit je in dezelfde coupé als alle oma’tjes die op bezoek gaan bij tante Truus en kijk je recht in de grote doppen van een verdwaalde medefeestganger.
7. Die gladde trappen en vloeren
We weten niet hoe het kan, maar om één of andere reden ga je ALTIJD op je bek bij een binnenfeestje. De dansvloer van de voormalig Heineken Music Hall verandert soms in een schaatsbaan waar Sven Kramer jaloers op zou zijn. Heb je ooit opgelet op hoeveel mensen onderuit gaan bij de trappen van het GelreDome? Wij nemen de volgende keer skistokken mee…
8. Met z’n allen een veels te klein kluisje voldauwen
Het eerste wat je doet op een feestje is een locker huren. Je bent namelijk goed gekleed tegen de strenge kou, maar je gaat natuurlijk niet met je bontkraag flaneren op de dansvloer. Je bent nog geen twintig meter naar binnen gelopen of je ziet al een paar gasten tegen de kluisjes duwen. WTF gebeurt er hier dan? “Wij delen met z’n achten een kluisje”, hoor je dan… Alle jassen, tassen en overige spullen worden in dat veel te kleine kluisje gepropt. Kan het deurtje niet meer op slot? Dan heb je niet hard genoeg geduwd! Maar wanneer je dan eindelijk je kluisje op slot kunt doen en je je afvraagt of het deurtje nu bol is gaan staan, kun je die tien euro mooi met z’n achten delen. Lekker goedkoop!
9. No more poncho
Er is niets zo kut als regen of een festival, dus is het maar goed dat we naar binnen zijn verhuisd. Niet meer dat gekloot met die poncho’s, waardoor je als een Mario Balotelli drie kwartier bezig bent om het hesje aan te doen. Gelukkig heb je in het indoorseizoen een dak boven je hoofd, waardoor je überhaupt geen besef hebt van het weer. Op festivals stroomt de dansvloer zowat leeg bij de eerste beste regenbui, dus dat is nu verleden tijd.
10. Je komt bijna altijd thuis met een dikke piep in je oren
Buiten is lastig om een goed geluidssysteem neer te zetten, maar daar hebben we binnen geen last van. Sterker nog: het geluid staat altijd zo hard, dat je jezelf elke keer eraan blijft herrineren om eens goede oordoppen te halen. Maar de volgende keer dat je op een feest staat ben je ze toch weer vergeten. Dus loop je steeds vaker met een dikke ‘PIEEEEEEEP’ in je oren…
Reacties
In reverse order… :P
* Poncho’s zijn voor mietjes. Regen, gewoon door stuiteren! Mooi man, die lazers op die druppels!
* Ik ga vaker op me muil buiten, door dat “zaagsel” of “houtsnippers” met halve boomstammen d’r door…
* Tegen da’k op ’t station ben zitten we al aan de 4e – 5e of 6e trein heur!!
* Werrum? Soow… Soms regent het gewoon in zo’n hal… en wa denkte gij dat da veur water is??
* Ken me nie herinneren da’k ooit heb moeten schijten op een feest. Komer eigenlijk alleen voor “Bijpakken of inkakken”
En verder… ja dan eeh… met eeh… je weet toch….. en eeh….. Ja dat dus…..
QuoteReageren