Interview gevonden op: 3VOOR12.nl
Duizenden telefoontjes gaan omhoog, de adem wordt ingehouden, en dan barst het los: een kwartier lang vuurwerk, lasers, bulderende stemmen, overweldigende muziek. Het hoort er helemaal bij op de allergrootste dance-festivals, die afsluiten met spectaculaire shows van wereldklasse. Op sommige festivals zijn de eindshows zelfs net zo belangrijk als de headliners. 3voor12 bracht de twee belangrijkste show-experts van Nederland bij elkaar: Jonas Schmidt van Q-dance en Sander Vermeulen van Sensation.
Tot half zes vanmorgen zat hij te programmeren. Misschien wel een beetje z’n eigen schuld. Jonas Schmidt is de man achter de indrukwekkende Q-dance Stage op Mysteryland, maar dit jaar stak hij nog een keer zijn vinger op in de vergadering. “Ik wilde de main stage ook wel doen. De laatste jaren vond ik de eindshow een beetje verwaarloosd.” Jonas Schmidt is een reus van een vent. Hij draagt een petje tegen de zon en een jas met zijn naam erop. Zijn ogen zijn zo klein als je mag verwachten van iemand die amper vier uurtjes slaap achter de kiezen heeft, maar zijn lach is groot. Koffie is bovendien snel gevonden op het backstage terrein van Mysteryland.
Lees meer over Festival Marketing op Start Moovin.
Schmidt doet niet alleen Mysteryland, hij is verantwoordelijk voor alle grote spektakels waar de hardstyle-organisatie om bekend staat. Honderdduizenden mensen klikken elke keer weer op de aftermovies van Qlimax (in GelreDome) en Defqon.1 (driedaags, op hetzelfde terrein als Lowlands in Biddinghuizen). Het zijn shows van wel twintig minuten waarbij alles uit de kast gehaald wordt.
Daar staat natuurlijk ook Sensation om bekend. Sensation, het grote feest in de ArenA, waar je verplicht in het wit moet komen. Nergens is een dresscode zo dwingend als daar. Rood shirt? Sorry. En terecht, want Sensation draait om de beleving. Wie er niet aan mee wil doen, heeft daar niets te zoeken. Het ziet er prachtig uit, sprookjesachtig, en het verklede publiek is deel van de ervaring. Chef show bij Sensation is Sander Vermeulen. Hij is op Mysteryland voor een ontmoeting met Schmidt, de collega die hij maar al te goed kent, zeker sinds de fusie tussen Q-Dance en ID&T. Deze twee zijn de belangrijkste mannen achter de indrukwekkende shows op de grootste dance-festivals van Nederland.
Hoe word je creative director bij Q-dance of Sensation?
Jonas: “Ik ben één van de oprichters van Q-dance. Ooit begon ik met flyers en posters. We waren achttien en gingen kleine feestjes organiseren, die steeds groter werden. Ik ging marketing doen, daarna productie, eigenlijk ieder baantje voor, tijdens of na een evenement heb ik gedaan, tot ik dacht: ik wil nu dingen bedenken die ik over al die disciplines kan uitstrijken. Een verhaallijn creëren, een gevoel, een wereld. Wat ooit begon met een themaatje, is nu een verhaal met een kop en een staart. Ik was altijd al fan van een Cirque Du Soleil, en ook een grote openingsshow bij de Olympische Spelen is voor mij ‘candy land’. Ik zie dat als een kunstvorm, gemaakt door een heel team van creatieve mensen.”
Sander: “Ik werk al 21 jaar bij ID&T. Het begon voor mij toen ik een ontwerpstudio startte met het broertje van Duncan Stutterheim. De derde Thunderdome kreeg Duncan ruzie met zijn ontwerper en werden wij ingeschakeld. Ik had op dat moment twee cursussen gevolgd en net voor het eerst een flyer ontworpen. Ik was achttien en had alleen lagere school. Ik had wel de meeste MAVO-jaren van iedereen.”
Is het voor jou net als voor Jonas vaste prik dat je de nacht voor een event tot half zes zit te programmeren?
Sander: “We beginnen een week van tevoren met de opbouw. Maandagnacht krijg je hopelijk al tachtig procent opgeleverd, en dan kun je beginnen met klooien. We hebben vaak maanden naar geavanceerde 3D-schetsen zitten kijken. Iets dat beweegt, iets dat open klapt en waar iets uit komt, dat kun je allemaal verzinnen, maar pas in de zaal zie je hoe het echt werkt. We hebben bijvoorbeeld wel eens een bewegende slang gehad in het Adam en Eva verhaal, die er in de praktijk niet uit zag. Dat pas je dan aan.”
Hoe wezenlijk zijn de shows voor grote evenementen?
Jonas: “Het is ‘part of the package’, veel mensen kopen een kaartje om een keer zo’n eindshow te kunnen meemaken. Defqon.1 is voor ons de grootste, met drie dagen vijftien stages, 60.000 mensen. De show is zo belangrijk, dat we vorig jaar een tweede moment hebben ingebouwd, maar dan overdag. We noemen dat het Power Hour. Echt een uitdaging, want je kunt dan niet imponeren met lichten of lasers, je zet dan andere show-elementen in.”
Sander: “Tomorrowland in België is ontploft door een aftershow filmpje. Ze hadden een indrukwekkend podium, en ze waren bereid 800.000 euro voor een dj’s te betalen, ze hadden alles.”
Jonas: “Ze hebben op het juiste moment hun kop boven het maaiveld uitgestoken. Ze dachten: we gaan ervoor.”
Sander: “Je moet ze nageven: ze investeren hun geld keihard terug in het evenement. Dat kun je niet van iedereen zeggen.”
Jonas: “Mensen zeggen over die aftermovies wel eens: wat suf, niemand danst, iedereen staat te filmen met zijn telefoon. Ik vind dat niet erg, daar richten we de show ook op in. Ze hebben de hele dag gedanst, nu gaan ze even staan kijken.”
Sander: “Maar al die LED-lampjes vind ik wel irritant hoor.”
Jonas: “Ja, ik ook, maar ik heb me er ook bij neergelegd. Het is voor mensen een manier om te bewijzen dat ze erbij waren.”
Sander: “Dat is zo, wij zijn onderdeel van de belevingseconomie. Je maakt geen indruk meer met een auto, maar met een filmpje op Facebook. Kijk eens, ik ben er hoor, op Mysteryland.”
Hoe pak je zo’n show aan?
Jonas: “Het kan alle kanten op gaan. Soms is er een idee dat vertaald wordt naar muziek, soms andersom, vaak in samenspraak. Ik heb van de week contact gehad met Martin Garrix over de afsluitende set op Mysteryland. Ik vraag hem dan: heb je iets bijzonders waar me iets mee kunnen, een nieuwe plaat bijvoorbeeld? Nou, die had ie wel. Maar voor die eindshow moet het dan toch net anders. Ik heb hem gevraagd of ie het intro aan kon passen, maar omdat hij het te druk had hebben wij dat uiteindelijk zelf gedaan. In de eerste vijf minuten hoor je zijn nieuwe track, dan zijn hit Virus, en ondertussen schieten we een halve Chinese vuurwerkfabriek te lucht in.”
Sander: “Vuurwerk hoort erbij, maar we proberen ook met andere dingen te komen. Wij hebben bij Sensation veel discussie gehad over mijn voorstel om een orkest en een koor van duizend man in te schakelen. Veel te duur voor die paar minuten, was het idee. Uiteindelijk sneuvelde het orkest en bleef vijfhonderd man orkest over. En dan zie je mensen in de zaal staan klappen. Dat doe je alleen als je echt overweldigd bent. Dat is het hoogst haalbare, naast traantjes natuurlijk. Je raakt mensen dan echt. De muziek, een drankje en een ander dingetje helpen daar natuurlijk wel bij, mensen staan open.”
Jonas: “Die shows zijn een enorm ding geworden. Mensen gaan er echt voor staan. Probeer dan maar eens te verrassen. Bij Qlimax deden we dat een keer met een soort verkeerd-om-theorie. Je verwacht een opbouw richting iets heftigs, in dit geval begonnen we juist heel hard, beklemmend, echt onaangenaam. De hele zaal stond te trillen, je had het gevoel dat je in een oven stond. Het beste wat we daarna konden doen: alles weghalen. Licht, geluid, alles uit. Je hoorde echt een zucht door de Gelredome gaan. Dat gevoel is gruwelijk. Van daar moet je dan weer gaan bouwen, want je kunt de mensen niet in de kou laten staan.”
Zoiets kan jij niet maken met Sensation.
Sander: “Nee, dat klopt, dat is soms wel jammer. Het duiveltje is altijd interessanter dan de engel. Vroeger hadden we Sensation Black er nog naast, dan speelden we met goden uit de bovenwereld en goden uit de onderwereld, saints en sinners.”
Hoe houd je het dan toch spannend, als wit je enige kleur is?
Sander: “Er is wel meer ‘edge’ gekomen. En je moet altijd zorgen dat je bij het cliché weg blijft. Rond 2012 zagen we dat veel andere feesten onze intro’s namaakten. Wij hebben het toen anders aangepakt. We maakten enorme maskers, waarop we het gezicht van een man projecteerde. We gebruikten daarvoor een oude housetrack van Lil Louis, Blackout, en de acteur moest met zijn hoofd in een bankschroef zodat hij niet per ongeluk kon bewegen. We maakten het intro zo echt levend.”
Wat is het beste idee ooit van Sensation?
Sander: “Dat is een moeilijke vraag. In 2011 hadden we lichtgevende ballen aan het plafond. Tijdens het tweede intro begonnen die licht te geven, bij het derde kwamen ze plotseling naar beneden, alsof het dak op je af komt. Een licht operator van ons had zoiets gezien op de World Expo in Shanghai en er een filmpje van gemaakt. We zijn vervolgens zelf gaan kijken, en op de terugweg zaten we in het vliegtuig zeshonderd ballen te tekenen. Dat werden er al snel driehonderd, en uiteindelijk honderdtachtig, maar dat was precies goed. Met meer ballen had je een soort spijkerbed gehad.”
Jonas: “Om je een idee te geven hoe ideeën ontstaan: afgelopen Defqon.1 hadden we even het plan om aan het hoofdpodium twee bungee jump kranen te maken. Leek me tof, leuk om te vertellen aan je vrienden. Het plan werd uiteindelijk afgeschoten. Het was niet hoog genoeg, het zou te veel afleiden, ‘je bent gek geworden’. Maar toen ik later een van die vroege tekeningen zag – met die kranen – dacht ik ineens: als ik daar nou het vuurwerk in hang, dan zijn het een soort gouden vleugels. Het podium is dan in plaats van 100 bij 30 meter ineens 200 bij 40 meter groot.”
Wat zou je graag willen, dat nu nog niet kan?
Jonas: “Vijftig bewegende lampen op drones, die ik van achter het podium kan laten opstijgen. Echt, laat dan het vuurwerk maar zitten. Ik denk dat het al wel kan, maar het is een dure hobby. Die knakkers van Cirque du Soleil bijvoorbeeld kunnen rustig 2 miljoen uitgeven en drie jaar werken aan een paar minuten show. Voor hen is het dat waard, omdat ze hun show heel vaak uitvoeren. Het is natuurlijk geweldig, je zit in je stoel, die kantelt dan, het dak gaat open en je kijkt naar een sterrenstelsel van drones. Wat dat betreft gaan de ontwikkelingen de laatste jaren razend snel. Elke maand is er wel weer een nieuwe lamp op de markt. En dat geldt voor alle disciplines: lasers, licht, decor, beweging, alles.”
Sander, jullie ontwikkelen je show niet voor een enkele avond. Dat is een voordeel. Tegelijk kun je een show niet exact ontwerpen op bijvoorbeeld de ArenA.
Sander: “Dat klopt, we moeten concessies doen. Wereldwijd hebben we de meest bizarre hallen gehad. In Brazilië hadden we een gigantische zaal in de vorm van je laptop. Hij was amper veertien meter hoog, maar er pasten wel 100.000 mensen in. De boom die we dat jaar hadden, hing er meer als een treurwilg bij.”
Jonas: “Ik moest toen voor jou invallen, toch? Ik kwam van Defqon.1 in Australië en moest meteen door naar Brazilië. Ik ben nog nooit zo jetlagged geweest. Het was een heel heftige editie, enorm uitverkocht, belangrijke sponsor. Sensation was toen net wereldwijd aan het ontploffen. Ik weet nog dat ik aankwam in die hal, en er die avond verderop in het complex nog een schoolfeest bezig was met 20.000 geflipte Brazilianen. Ze hadden een band, en het ging tot vijf uur door. In een ontzettende tyfusherrie zat ik die show te programmeren. En ik was de lul, want toen het om half zes afgelopen was en we eindelijk de muziek aan konden zetten, blies ik meteen de speakers op. De volgende dag hebben we in de laatste vier uur voor de zaal open ging alles recht moeten programmeren. Het was een Sensation-worthy show: bommen, granaten, toeters en bellen. De sponsor kon ook blij zijn, want we hadden de fonteinen geel uitgelicht zodat het net biertjes leken. Maar na afloop vond ik de zaal zo matjes. Duncan zei: kom, loop eens mee naar beneden. Iedereen stond daar in shock: what the fuck.”
Sander: “Zoiets had ik ook in Brazilië. Het zag er tam uit, niet zoals in Chili, wat echt een madhouse is. Maar als je dichtbij gaat kijken, zie je waarom: het gaat los in de heupen, de hoofden blijven bijna stil.”
Hoe ga je om met dj’s die hun eigen productie meenemen? Grote LED-schermen, vuurwerk, co2-kanonnen?
Jonas: “Vanavond om een uurtje of half twee zal de licht operator van Alesso naast me staan. Hij sluit hier morgen af. Kijk, ik snap wel dat die jongens van alles willen op festivals waar het niet goed geregeld is, maar hier slaat het natuurlijk nergens op. Veel van die gasten blijven ook hangen in hetzelfde. Ik zie soms jongens overdag vuurwerk afschieten, omdat het nu eenmaal op hun rider staat. Dan bij je mij echt kwijt hoor. Meestal komt zo’n show neer op: alles aanzetten. Ik denk dat het publiek die co2 niet eens meer hoort, zo gewoon is het geworden. Je kunt als dj beter muzikaal iets anders doen, de mensen bij de kloten pakken. Dan pak je echt de aandacht.”
Sander: “Bij ons is het ‘no go’. Het is drie keer gebeurd, dat een buitenlandse partner toezeggingen had gedaan. Ik herinner me Zedd in Mexico City. Hij had een heel verhaal, dat hij zichzelf als een band beschouwde en dat zijn licht operator bij wijze van spreken de bassist was. In de mailconversatie wordt het dan zo’n typisch wie-heeft-de-langste gesprek. Eenmaal daar bleek hij gelukkig een relaxte gast die wel inzag wat ons idee was.”
Wat is jullie ultieme Spinal Tap moment?
Jonas: “Oh, dat zijn er zoveel geweest. Een die ik me goed herinner was met DJ Luna. We hadden een show rond hem gebouwd. Na een uitgebreid intro zou hij vanuit het dak naar beneden komen zeilen. Alleen: op een meter of drie van het podium zat hij ineens vast, en krak scheef met zijn kruis op een ring. Hij heeft daar tien minuten gehangen voor ze hem van boven los konden maken. Vijf jaar later belde hij ons om te vertellen dat hij vader zou worden.”>